Sinds 1365 wordt er al kaas verhandeld in Alkmaar. Eerst nog op klein schaal maar door de eeuwen heen is dit steeds groter geworden. in 1593 is ook het kaasdragersgilde opgericht. De markt is altijd op het Waagplein geweest, maar het plein is in twee eeuwen wel acht maal zo groot geworden. Hieruit blijkt het grote belang van de kaasmarkt voor de stad Alkmaar. In de 17 eeuw werd kaas op vrijdag en zaterdag verhandeld vanaf mei tot 1 november. In de 18e eeuw zelfs vier dagen per week. Nu wordt de kaasmarkt is elke vrijdagmorgen van april tot en met september van 10.00-13.00 uur gehouden. Daarnaast worden er weer avond kaasmarkt georganiseerd: elke dinsdagavond in juli en augustus van 19.00-21.00 uur.
Wij zijn er trots op dat wij al enkele jaren wekelijks de kazen mogen transporteren vanaf de kaasfabriek in Lutjewinkel naar de Alkmaarse kaasmarkt.
Inkijkje in een dag Kaasmarkt:
Voordat de kaasmarkt begint moet er nog heel wat werk verzet worden. Dit wordt onder andere door Cheeseline gedaan. Vrachtwagens vol met kazen vanuit de fabrieken rijden tot nabij het Waagplein.
De zogeheten zetters beginnen vanaf 7.00 uur met het zetten van de kazen. Onder toeziend oog van de marktmeester plaatsen ze zo’n 30.000 kilo Goudse kaas in lange rijen op het Waagplein. Het aantal kazen ligt rond de 2.400 stuks. Om 09:30 uur moet alles klaar zijn.
Klokslag 10.00 uur wordt de bel geluid. Dit is het teken dat de kaasmarkt begint. Het luiden van de bel gebeurt door personen die te gast zijn op de markt op uitnodiging van de gemeente Alkmaar. Dit varieert van bekende Nederlanders tot sporters en van buitenlandse ambassadeurs tot zakelijke partners van de gemeente Alkmaar.
Het onderhandelen over de prijs per kilo gebeurt nog altijd via 'handjeklap'. Dit is het loven en bieden door het elkaar op de handen slaan en een prijs te roepen. De laatste handklap bezegelt de verkoop van een partij kaas.
Als de partij is verkocht en gewogen dragen de kaasdragers de kazen de markt over richting de vrachtwagens van de kopers. De kaas wordt vervoerd op de houten berrie die tussen twee kaasdragers in hangt.
Er liggen per keer ca. 8 Goudse kazen op die elk 13,5 kilo wegen. Het lopen met zo’n zware berrie (25 kg!), met een gewicht van rond de 130 kilo, is nog niet eenvoudig. De kaasdragers hebben hiervoor een speciale ‘kaasdragersdribbel’, een bepaald loopritme om het te vergemakkelijken. Ze lopen als het ware uit de maat, op deze manier hangt de berrie het stilst.
De ‘ingooiers’ laden de laatste kazen in karren en brengen ze weer terug naar de vrachtwagen van de transporteur. Het is de bedoeling dat voor de eindtijd van 13.00 uur, het hele plein weer ‘kaasvrij’ is.